Wereldwijde trends in wetgeving

Informatie

Plantveredeling: Wereldwijde trends in wetgeving

Seeds

Wereldwijde trends in wetgeving

New Breeding Techniques (NBT)

Het veredelen van planten bestaat al van oudsher. Vanaf het ontstaan van de landbouw zijn mensen op zoek naar de beste planten. Naar planten die minder vatbaar zijn voor ziekten of die voor een hogere opbrengst zorgen. Door wetenschappelijk onderzoek en betere technologische mogelijkheden zijn er nieuwe technieken in de veredeling ontwikkeld. Hybriden en merker-geassisteerde selectie zijn daar voorbeelden van.

Sneller en efficiënter

De laatste jaren is daar een aantal nieuwe technieken bijgekomen, de zogenaamde ‘New Breeding Techniques” (NBT).
Deze nieuwe technieken zorgen ervoor dat we sneller en efficiënter nog betere groenterassen kunnen ontwikkelen. Rassen die goed gedijen in ons veranderende klimaat en die bijvoorbeeld minder water nodig hebben. En die, doordat ze beter resistent zijn tegen ziekten en plagen, ook minder gewasbeschermingsmiddelen tijdens de teelt vragen. Duidelijke uitleg over veredeling en nieuwe veredelingstechnieken zijn te vinden in het rapport van het VIB: ‘Van plant tot gewas: Het verleden, heden en de toekomst van plantenveredeling.”

Europese regelgeving

Het Europees Parlement zorgt voor regelgeving die de Europese consument en ons leefmilieu beschermt tegen mogelijke risico’s. Europa heeft, naast algemene regelgeving voor plantenveredeling, specifieke regelgeving voor genetisch gemodificeerde organismen (GGO). Al sinds 2008 wordt er gesproken over de vraag of de producten die met behulp van NBT zijn ontwikkeld onder de regelgeving van plantenveredeling of die van GGO’s vallen. Het is aan het Europees Parlement om hier uiteindelijk een uitspraak over te doen. Voor de hele sector, van teler tot veredelingsbedrijf, handel en consument zal de uitspraak een groot sociaal economisch effect hebben. Het is daarom van groot belang dat er op korte termijn duidelijkheid komt in deze kwestie.  Nieuwe veredelingstechnieken waarbij geen soortvreemde DNA-sequenties in het genoom van de plant worden geïntegreerd, vallen naar onze mening niet onder de regelgeving van GGO.  Enza Zaden zal voldoen aan wet- en regelgeving voor NBT, op nationaal en internationaal niveau.

Non-GGO

Het huidige assortiment van Enza Zaden bevat geen groenterassen die op basis van GGO-technologie ontwikkeld zijn. Zie hiervoor ook onze Non-GGO verklaring.

Biodiversiteit

Sinds 12 oktober 2014 is ook in de Europese Unie het Nagoya-protocol van kracht. Wat dit protocol inhoudt? De natuur biedt enorm veel planten met tal van eigenschappen die voor vele toepassingen interessant zijn. Ook voor veredeling. Veredelingsbedrijven werken bij de ontwikkeling van nieuwe rassen met ‘wilde’ planten die bepaalde gewenste eigenschappen in zich hebben. Zoals bijvoorbeeld resistenties tegen ziekten. Het Nagoya-protocol is een internationaal protocol over hoe we wereldwijd met deze natuurlijke genetische bronnen omgaan. Landen kunnen op basis van dit protocol wetgeving ontwikkelen om hun genetische uitgangsmateriaal veilig stellen. En regelen dat de voordelen uit het gebruik van deze genetisch bronnen eerlijk verdeeld worden.

Enza Zaden en het Nagoya-protocol

Enza Zaden heeft alle stappen gezet die nodig zijn om te voldoen aan het Nagoya-protocol. En houdt zich aan alle (inter)nationale wettelijke verplichtingen die voortkomen uit het Nagoya-verdrag. We vinden het daarbij wel heel belangrijk dat bureaucratische processen tot een minimum beperkt moeten worden. En dat alle landen op dezelfde manier met de uitvoering van het protocol omgaan. Deze processen mogen de toegang tot belangrijk plantaardig genetisch materiaal niet beperken of verhinderen.

Intellectuele eigendom en octrooien

Plantenveredeling kan alleen succesvol zijn als de veredelingsbedrijven toegang hebben tot genetische variatie. En als deze toegang geregeld is volgens overeengekomen criteria. Enza Zaden is sterk voorstander van het Plant Breeders Rights-systeem (PBR) voor de bescherming van nieuwe groenterassen in Europa.  PBR, oftewel Kwekersrecht, geeft bedrijven het recht om een groenteras voor een bepaalde periode exclusief te exploiteren. Hierdoor is een bedrijf in staat om zijn investeringen in het nieuwe ras terug te verdienen. Het teeltmateriaal van dit nieuwe ras mag gedurende deze tijd wel door andere veredelingsbedrijven gebruikt worden om nieuwe rassen te ontwikkelen. Deze vrijstelling heet ‘Breeders Exemption’ en is een integraal onderdeel van PBR. 

International Licensing Platform

Enza Zaden is geen voorstander van octrooien op natuurlijke processen en producten, ofwel ontdekkingen. We zijn wel van mening  dat een octrooi mogelijk moet zijn op door menselijk vernuft tot stand gekomen technieken en producten in planten. Op uitvindingen dus.  Voor deze octrooien geldt een beperkte Breeders Exemption. Dat wil zeggen dat andere veredelingsbedrijven toegang hebben tot commerciële groenterassen voor verdere veredeling, zonder dat er een licentie van de octrooihouder noodzakelijk is. Als door deze veredelingsactiviteiten groenterassen ontstaan die gecommercialiseerd worden, dienen de bovengenoemde octrooien te worden gerespecteerd met een licentie.  Enza Zaden is lid van het International Licensing Platform (ILP). Het ILP zorgt voor een voor de gehele bedrijfstak transparant en toegankelijk systeem van gepatenteerde eigenschappen in planten, met een passende beloning voor de ontwikkelaar.